Watersnoodramp 1953
     
JAIMCO Home

Over JAIMCO

watersnoodramp 1953

Onze Plaatjes

What's New on JAIMCO

Contact Page

Onze links

Moppentap

Gastenboek

 


Watersnoodramp 1953
De superstorm van eens in de 10.000 jaar
(Nieuwsoverzicht/ dossier / expositie / symposium is vol) De herdenking van de Watersnoodramp heeft ons weer eens herinnerd aan de ingrijpende invloed van overstromingen op de samenleving. De overheid heeft wettelijke normen vastgesteld voor de hoogte van de rivier- en zeedijken. Het kritisch niveau dat onze zeedijken aankunnen mag eens in de 10.000 jaar worden bereikt. Dat betekent niet dat het ook zolang duurt voor dit kan gebeuren. Het is slechts een kansberekening. De waterstand bij een zware storm in combinatie met springvloed (de hoogste stand die het getij kan bereiken) mag volgens de vastgestelde norm met een kans van 1 op 10.000 (0,01%) tegen de grenzen van een overstroming komen. KNMI-onderzoeker Henk van den Brink publiceerde hierover onlangs een bijdrage in het populair wetenschappelijke tijdschrift Zenit.(Zwart, Baltus en Henk van den Brink. De stormvloed van 1953, In alle hevigheid. Zenit, februari 2003, p. 58-63.)

Bij de watersnoodramp in 1953 was volgens van den Brink sprake van zo'n situatie, hoewel de springvloed tijdens de ramp nog onder het maximum lag. Op basis van de tegenwoordig gestelde eis zouden de dijken langs onze hele kust bescherming moeten bieden tegen een zeeniveau dat minstens een meter hoger ligt dan bij de stand van 1953. Klimaatonderzoekers kunnen op grond van deze gegevens berekenen bij welke windsnelheden dergelijke extreme waterstanden bereikt worden. Eenvoudig is dat niet omdat die berekeningen gebaseerd moeten worden op meetgegevens van de afgelopen slechts honderd jaar. Deze gegevens worden dus gebruikt om het maximaal mogelijke zeeniveau te berekenen. Dat brengt grote onzekerheden met zich mee. Bovendien zullen de klimaatveranderingen ten gevolge van het broeikaseffect het weerbeeld en de zeespiegel in de toekomst veranderen. Niet duidelijk is hoe dat precies uitpakt.

Vertaald in wind zou in het huidige klimaat volgens modelberekeningen eens in de 10.000 jaar gemiddeld over 12 uur op een hoogte van ongeveer 2 kilometer een windsnelheid worden bereikt van 170 km/uur, een orkaan die boven de Noordzee nog nooit gemeten is. Wordt het broeikaseffect erbij betrokken dan zou de frequentie voor een gemiddelde wind van minstens 170 km/uur toenemen naar eens in de 250 jaar. Eens in de 10.000 jaar wordt dan een gemiddelde wind van zo'n 200 km/uur bereikt. De 20e eeuw gaf al een duidelijke opwarming te zien. Toch is tot op heden nog niets te merken van een toenemende kans op storm. De uitkomsten van het model worden dus nog niet bevestigd door de waarnemingen.

Volledige bijdrage "Eens in de 10.000 jaar..." van Henk van den Brink uit Zenit, februari 2003.

Voor de liefhebbers is ook het volledige wetenschappelijke rapport (Henk van den Brink, Günther Können and Theo Opsteegh. The reliability of extreme surge levels, estimated from observational records of order hundred years. KNMI, 2002.) als pdf-file of postscript op onze site beschikbaar.

Hoofdingenieur waarschuwde al geruime tijd voor de ramp voor onveilige dijken


Ook geruime tijd voor de ramp was al gewaarschuwd voor de onveiligheid van de dijken. Dr. ir Johan van Veen had zijn plannen voor de Deltawerken al vóór 1953 uitgewerkt, omdat hij toen al besefte dat de dijken niet veilig waren. Dat meldt zijn kleinzoon Paul Fortuin, die als onderzoeker werkzaam is bij het KNMI en goed op de hoogte is van de ideeën van zijn grootvader. Van Veen had zijn plannen voorgelegd aan de leiding van Rijkwaterstaat. De realisatie kon indertijd echter geen doorgang vinden door geldgebrek en andere prioriteiten. Als hoofdingenieur bij Rijkswaterstaat was het hem niet toegestaan vanuit zijn titel de pers te waarschuwen voor deze onveiligheid, daarom deed hij dit onder de pseudonaam, Cassandra (een Griekse ongeluksprofeet waarna niemand luisterde) en met name bij interviews met het Elsevier tijdschrift. Toen de dijken doorbraken wist de directie van Rijkswaterstaat dus al van zijn plannen. Kort daarna werden de deltaplannen goedgekeurd en uitgevoerd. Inmiddels is door Willem van de Ham een boek over hem geschreven dat op 23 februari a.s. verschijnt bij uitgeverij Balans.

Ongekend grote belangstelling Watersnoodramp

De belangstelling voor alles wat met de Watersnoodramp te maken heeft is enorm.Volgens Rinus Antonisse zijn "veel mensen er pas nu aan toe hun verhaal te vertellen" (Trouw). Op de site van het KNMI vindt u een uitgebreid dossier over de Watersnoodramp. De inleidende bijdrage "Watersnood 1953, ergste natuurramp van de 20e eeuw" biedt een gedetailleerd overzicht van het verloop van de storm en de waarschuwingen die zijn uitgegaan. Onze activiteitenkalender besteedt aandacht aan exposities en symposia en bevat aankondigingen van de vele speciale uitzendingen op radio en TV en de aandacht in de pers. Daarnaast biedt onze site de originele nieuwsuitzendingen, animaties van weer en waterstanden, achtergrondartikelen en informatie, een overzicht van de belangrijkste publicaties en websites over de ramp. Nieuw is een artikel van Kees Floor van het KNMI over de invloed van het weer op de waterstanden langs onze kust. Het artikel uit Zenit, dat al in 1989 verscheen is nog steeds actueel en nu dus ook digitaal beschikbaar. Nieuw zijn ook bijdragen "historische stormvloeden" in samenwerking met historisch geograaf Jan Buisman en "stormvloeden in een veranderend klimaat" over de invloed van de klimaatverandering op storm en hoogwater. Discovery Planet had in het museum van het KNMI een interview met maritiem meteoroloog Kees Dekker over historische meteorologie en de watersnoodramp (zie special Planet Internet).

Het volledige dossier vindt u onder "Watersnoodramp 1953"

Symposium Watersnoodramp is vol

"Can we do better now?" is het thema van het internationale mini-symposium over de watersnoodramp van 1953 op vrijdag 14 februari tussen 13.00 en 17.00 uur in de Buys Ballotzaal bij het KNMI in De Bilt. De middag, georganiseerd door het KNMI in samenwerking met Rijkswaterstaat en het Europees Weercentrum ECMWF staat in het teken van de weersverwachtingen en waarschuwingen in de bewuste rampnacht.

Het ECMWF in Reading heeft herberekeningen uitgevoerd met de gegevens uit 1953 om na te gaan hoe lang tevoren tegenwoordig een dergelijke stormvloed met de huidige middelen en kennis verwacht kan worden. Voor de korte termijn verwachtingen gebruikt het KNMI het HIRLAM model, een fijnmazig atmosfeermodel voor gedetailleerde verwachtingen van storm, golven en waterstanden tot 48 uur vooruit. Het mini-symposium gaat ook in op de stormvloedwaarschuwingsdienst en de organisatie van het waarschuwingsnetwerk voor hoog water. De grote vooruitgang op het gebied van stormvloedverwachtingen biedt mogelijkheden voor "early warning systems".

De belangstelling voor dit symposium is zo groot dat we helaas niet nog meer bezoekers kunnen ontvangen. Wie zich vóór 12 februari heeft aangemeld en een bevestiging heeft ontvangen is vrijdagmiddag van harte welkom. Aan het eind van de middag proberen we een aantal voordrachten van de sprekers op internet aan te bieden. (persbericht /programma)

Reizende KNMI-expositie

"Het KNMI sloeg alarm maar de waarschuwingen drongen niet overal door" is het thema van een expositie over de watersnoodramp 1953. De meteorologen zagen de storm daags tevoren al aankomen en hadden al snel in de gaten dat de situatie bijzonder ernstig zou worden. Door gebrekkige communicatiemogelijkheden bereikte de ernstige boodschap maar weinig mensen. Pas in de loop van zondag werd bekend dat zich een ramp had afgespeeld. De expositie is momenteel te zien in de openbare bibliotheken van Vlissingen en Zierikzee en in het Maritiem en Juttersmuseum op Texel.